De nieuwjaarsreceptie: tijd voor de balans
Op 24 januari vond de jaarlijkse gemeenschappelijke nieuwjaarsreceptie van KNVRO en KNUROO plaats in de Prins Albert Club. In aanwezigheid van verschillende VIP's werd volgende toespraak gebracht door beide voorzitters:
Mijnheer de Minister van Defensie,
Mijnheer de Chef van Defensie,
Mijnheer de vertegenwoordiger van het Militair Huis van de Koning,
Mijnheer de Directeur-generaal,
Mevrouwen en Mijne Heren Generaals,
Dames en Heren in uw graden en hoedanigheden,
Beste vrienden reservisten,
Vier jaar geleden besloten mijn collega en ik de krachten van onze beide verenigingen te bundelen voor de organisatie van deze receptie. Ook dit jaar zijn we gelukkig u te mogen verwelkomen in naam van KNVRO en KNUROO en zoals de jonge traditie dat wil doen we dat tweestemmig.
Wat mijzelf betreft is het de laatste keer dat ik mij aan deze oefening overlever want over enkele weken heb ik de eer en ook het genoegen het vaandel van KNVRO over te dragen aan een opvolger.
Ik ga hier geen gedetailleerde balans opmaken van de voorbije 4 jaar. Misschien had ik beter moeten nadenken vooraleer mij als voorzitter te engageren want mijn mandaat is niet echt gemakkelijk verlopen. Bovendien hebben we de voorbije 4 jaar talrijke drama’s gekend en is de veiligheid van ons land sinds lang nooit zo bedreigd geweest.
Vier jaar geleden stelden wij ons de vraag: “Hebben wij nog een Reserve nodig?” Vandaag zijn de politieke en militaire overheden het eens over de noodzaak de Reserve uit te breiden. Onze verenigingen hebben hun aandeel in die gewijzigde houding en de symposiums die wij over de Reserve georganiseerd hebben in 2015 en 2016 blijven referenties. Het resultaat van onze werkgroep over de toekomst van de Reserve, dat wij in juni 2015 aan de Minister van Defensie gepresenteerd hebben, blijft een basisdocument. Wij zijn gelukkig vandaag te kunnen vaststellen hoezeer de ideeën die we toen ontwikkeld hebben overgenomen en verdedigd worden door Defensie.
Alles is nochtans niet perfect want in tegenstelling tot wat wij dachten komt de vijand niet van buiten maar van binnen. Het gaat er vandaag niet meer om de politieke of de publieke opinie te overtuigen. Het gaat er vandaag om de concepten binnen Defensie zelf te doen evolueren. Die enigszins gescleroseerde administratie klampt zich soms vast aan een te rigide beheer zonder veel ambitie of visie. Daar staat tegenover dat de verschillende componenten wel blijk geven van verbeelding en aanpassingsvermogen wanneer zij de Reserve gebruiken zoals de reorganisatie van de Reserve van de Marine, het proefproject “veiligheidscompagnieën” van de Landcomponent, de projecten en initiatieven meer bepaald inzake recrutering en vorming van de Medische Component bewijzen. Ik zou aan deze lijst ook nog de reorganisatie van de Algemene Directie Juridische Steun kunnen toevoegen of de rol van reservisten en burgers inzake inlichtingen en cyber-security.
Jammer genoeg worden deze initiatieven afgeremd door de afwezigheid van een soepel, verbeeldingsrijk en naar de toekomst gericht beheer. De recruterings- en vormingsstructuren volgen de beweging niet en het Human Resourcesbeleid is redelijk onvoldoende als het over de Reserve gaat. In vele landen wordt de Reserve beheerd door Reservisten. Misschien kan België dat ook eens proberen. Het is in elk geval een mogelijke oplossing voor voortdurende inkrimping van het personeel van de Algemene Directe Human Resources.
De Marine heeft recentelijk een reservist aangeduid als verantwoordelijke voor haar volledige Reserve. Elke component zou dat moeten doen en die verantwoordelijken zouden samen met de Directeur Nationale Reserve en met de voorzitters van beide nationale verenigingen principes moeten vastleggen voor het beheer van de Human Ressources die aangepast zijn aan de Reserve. Wij dringen aan op de snelle invoering van dat concept, in onze ogen de enige weg om een zekere geloofwaardigheid te geven aan het beheer van de Reserve.
De voornaamste obstakels voor de uitbreiding van de Reserve zijn de recrutering en de vorming. De vorming hangt af van het beheer van de Human Ressources en moet absoluut aangepast worden aan de noden van de Componenten en versoepeld worden. De huidige ervaringen met de vorming van de reservisten toegewezen aan de veiligheidscompanies door andere meer ervaren reservisten zou als voorbeeld moeten dienen.
De recrutering kan niet uitbreiden indien de reservisten niet beschikken over een duidelijk en correct professioneel statuut. Dat statuut is niet denkbaar zonder de samenwerking van werkgevers en vertegenwoordigers van de werknemers. Naar het voorbeeld van wat gebeurt in de ons omringende landen en meer bepaald in Frankrijk pleiten wij sinds 4 jaar voor de oprichting van een Hoge Raad van de Reserve die rond dezelfde tafel de politieke en militaire autoriteiten, de werkgevers, de syndicale organisaties en de reservisten samenbrengt. Dat is de enige weg om een consensus te vinden die toelaat de recrutering van reservisten uit te breiden met respect voor ieders rechten. De oprichting van een dergelijke raad vereist enkel een politieke beslissing die overigens niet veel hoeft te kosten maar onze vraag werd tot op vandaag niet gehoord. Het is volgens ons nochtans noodzakelijk die stap te zetten. Defensie alleen is immers niet in staat een statuut voor reservisten te creëren want als dat statuut geen rekening houdt met de legitieme belangen van de werkgevers dan blijft het dode letter. Wij tellen onder de reservisten werkgevers en vertegenwoordigers van werknemers die allemaal het belang van dit project begrijpen.
Defensie beweegt maar evolueert nog traag en de tijd dringt. De vermindering van de dreiging verandert niets aan de noodzaak om zich voor te bereiden om het hoofd te kunnen bieden aan een nieuwe verslechtering van de situatie zowel op nationaal als op internationaal vlak. De reserve kan het sleutelelement zijn dat moet toelaten het hoofd te bieden aan tijdelijke gevaren door de versterking van een leger dat weliswaar modern is maar ook steeds kleiner wordt.
De reservist is van nature een optimist, anders bleef hij geen reservist. Het is dus vol enthousiasme dat wij dit nieuwe jaar, vol met uitdagingen aanvatten. Op politiek vlak laat een recent voor de parlementaire commissie Landsverdediging neergelegde resolutie ons hopen dat die commissie zich in 2018 zal buigen over de situatie van de Reserve in België.
Wat onze verenigingen betreft zal het jaar opnieuw zeer actief zijn. Wij hebben gemeenschappelijke statuten opgesteld die ons zouden moeten toelaten onze samenwerking in de toekomst verder te versterken en alle reservisten en in het bijzonder de actieve en de jonge te verenigen onder één wimpel. Die statuten zullen in de loop van het jaar in beide verenigingen worden voorgelegd aan buitengewone algemene vergaderingen.
Wij hopen dat die procedure zal leiden naar de fusie van onze twee verenigingen. Dankzij die fusie en door onze krachten steeds meer te bundelen zullen wij in staat zijn Defensie nog beter te dienen bij de uitbreiding van een kwaliteitsvolle Reserve om de door de Natie toegewezen opdrachten te vervullen.
De uitdaging van 2018 tasten ons enthousiasme niet aan en onze verenigingen zullen zowel op nationaal als op internationaal vlak aanwezig blijven. Een van onze uitdagingen en niet de minste wordt het voorzitterschap van CISOR dat we voor 2 jaar op ons nemen. Ons land is één van de stichtende leden van deze internationale vereniging van reserveonderofficier, erkend door de NRFC (NATO Reserve Force Committee). Het eerste thema van ons voorzitterschap wordt de strijd tegen het terrorisme, oh zo actueel vandaag. En het tweede thema wordt de militaire samenwerking in de brede zin van het woord dus ook met de zustervereniging van reserveofficieren, de CIOR.
Ons tijdschrift “Reserve” is uit zijn as herrezen dankzij een onuitgegeven samenwerking met de privésector die onze beide verenigingen zal bevrijden van een deel van het werk. U mag in maart een nieuw nummer verwachten. Een goede doorstroming van informatie lijkt ons onontbeerlijk om de aan de gang zijnde evoluties goed te begrijpen. Daarom komt er ook een nieuwe gemeenschappelijke website voor beide verenigingen.
Daarnaast staan onze gebruikelijke activiteiten zoals “Green Spring”, onze vormingsdag voor de jonge reservisten, en de nationale competitie voor de reservekaders op het programma naast talrijke patriottische activiteiten waaraan wij deelnemen om de herinnering door te geven nodig voor het behoud van onze democratie.
U ziet het, de Reserve en onze beide verenigingen blijven zeer actief.
Wij wensen dat 2018 ook een enthousiasmerend jaar moge zijn voor ieder van u zowel op familiaal, beroepsmatig als persoonlijk vlak. Wij wensen u een jaar met aangename en gelukte uitdagingen, een jaar met kleine en grote vreugdes.
Bedankt voor uw aanwezigheid en leve de Reserve.