De eerste verenigingen van reserveofficieren
In 1899 zag te Brussel de allereerste kring van RO het daglicht.
Hij droeg de naam van “Cercle des Officiers de Réserve de Belgique”. De vergaderingen werden gehouden in de “Taverne de Londres”, Schildknaapstraat te Brussel. Reserveonderluitenant CASSART zat, op 5 november 1899, de oprichtings algemene vergadering voor. Deze kring publiceerde ook een tijdschrift welke “Bulletin des Officiers de Réserve de Belgique” werd genoemd en een brochure “La Défense Nationale des Officiers de Réserve”.
Het is interessant de gelijkenis van sommige van hun bekommernissen met de onze vast te stellen, ondanks dat het reservekader van toen zeer verschillend was van wat het thans is, want het werd voornamelijk samengesteld uit oud-officieren van het actief kader en met onderofficieren die het examen van RO gelukt hadden: het maximaal ontwikkelen van de technische- en beroepsopleiding, actieve deelname aan de grote manoeuvers, een meer doorgedreven integratie in het leger.
In 1910 volgde de stichting van een tweede vereniging voor reserveofficieren, ook te Brussel. Het werd de “Amicale des Officiers de Réserve de Belgique”. Haar zetel was gevestigd in de “Taverne Alfred”, gelegen Zuidstraat nr 18. Vanaf 1913 gaf ze op haar beurt een tijdschrift uit onder de titel “L’Officier de Réserve”, titel hernomen voor het tijdschrift van NVRO zowat drie en twintig jaar later.
Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, bleken de beide verenigingen bereid te zijn om samen te gaan, wat in feite logisch bleek daar in deze periode men slechts 321 RO telde in ons land. Tegelijkertijd, en niettegenstaande Leopold II bekomen had dat de militaire dienst een zelfde plicht werd voor elkeen, kwamen er stemmen op, ter gelegenheid van partiële verkiezingen, om de duur van de dienstplicht te verkorten.